In 2017 moet de overheid volledig digitaal kunnen communiceren met burgers en bedrijven. De wetgeving is daar nog niet volledig op berekend, maar vormt meestal ook geen blokkade, aldus digicommissaris Bas Eenhoorn. Hij roept gemeenten op vaart te maken met de digitalisering. ‘Gedeelde werkprocessen doen niets af aan de autonomie.’
Bas Eenhoorn is sinds een klein jaar Nationaal Commissaris Digitale Overheid. Als digicommissaris voor alle overheden is het zijn taak om ervoor te zorgen dat burgers en bedrijven in 2017 volledig digitaal contact met de overheid kunnen hebben. Eenhoorn neemt zogezegd het stokje over van het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-Overheid (NUP) dat inmiddels is afgesloten.
‘Thorbecke bestaat niet in de digitale wereld, daar is maar één overheid’, begint Eenhoorn. ‘Overheden kunnen alleen met elkaar samenwerken wanneer standaarden zijn afgesproken over de digitale werkprocessen en de bijbehorende informatiesystemen. Dat geeft Jan Westmaas van de VNG-commissie Dienstverlening en Informatiebeleid ook. En ook hij zegt dat gedeelde digitale werkprocessen niets afdoen aan de autonomie van gemeenten.’
Digitaal bestaan er geen overheidsgrenzen. De burger communiceert via bijvoorbeeld de Berichtenbox (zie kader) met één overheid. Of zich achter dat digitale loket een gemeente bevindt of de Belastingdienst maakt niet uit. Deze nieuwe wereld waar we volgens Eenhoorn naartoe gaan, laat de autonomie volledig intact. ‘Maar in die wereld kan het niet zo zijn dat een horecabedrijf met tachtig vestigingen in tachtig gemeenten, overal op een andere manier de vergunning moet aanvragen die nodig is om de afzuigsystemen te veranderen’, aldus Eenhoorn. ‘Voor gemeentelijke websites geldt hetzelfde. Het is te gek voor woorden dat de zoekstructuur overal anders is. Standaardiseer dat, het tast de eigen identiteit en representativiteit niet aan.’
Loketten afschaffen
Eenhoorn noemt het van groot belang dat alle gemeenten gebruik gaan maken van de Berichtenbox. De waardering van inwoners en bedrijfsleven is bijzonder groot als zij via DigiD of e-herkenning contact kunnen maken met hun gemeente en hun gegevens maar één keer hoeven in te voeren. Dat levert aan beide kanten enorm veel besparingen op. Een gemeente als Molenwaard met 30.000 inwoners bespaart één miljoen euro aan bedrijfskosten door de loketten af te schaffen en digitaal te communiceren. De tevredenheid van de inwoners ligt boven het cijfer 7.
‘Ik ben er om de gemeenten te enthousiasmeren’, vervolgt Eenhoorn. ‘In ongeveer 6 van de 393 gemeenten kunnen inwoners digitaal aangifte doen van een geboorte. Uit een enquête onder jonge ouders blijkt dat driekwart samen thuis op de bank digitaal aangifte wil doen. Ga dus aan de slag, wees soepel met de wetgeving die nog geen rekening houdt met, maar ook geen blokkade vormt voor digitale aangifte. De jurist bij BZK zal zeggen dat een natte handtekening nodig is, maar als je de wet goed beziet dan zijn er mogelijkheden om het anders te doen.’ Eenhoorn erkent dat de wetgeving in lang niet alle gevallen al volledig op de digitale situatie is toegespitst. ‘Maar dat wil niet zeggen dat gemeenten niet nu al stappen kunnen zetten.’ De digicommissaris richt zich echter ook tot Den Haag. ‘De rijksoverheid moet snel die archaïsche wetgeving aanpassen.’
Gezamenlijke infrastructuur
De Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) – zeg maar de digitale ruggengraat van alle overheden samen – vormt de basis voor waar gemeenten digitaal mee bezig zijn. Daarin zitten alle e-voorzieningen, zoals de digitale handtekening, eID en ook alles met betrekking tot de Berichtenbox. De overheden moeten er samen voor zorgen dat de infrastructuur er komt en duidelijk krijgen dat degene die zich meldt voor een geboorteaangifte, ook daadwerkelijk degene is die hij zegt te zijn. Alles, van identificatie tot authenticatie, is volgens Eenhoorn een zaak van alle overheden. ‘Mijn opdracht is het voeren van de regie over de GDI. Ik probeer gemeenten ertoe aan te sporen die infrastructuur te implementeren en er ook daadwerkelijk gebruik van te maken. Dat kan alleen als ze hun bedrijfsprocessen digitaliseren. De GDI is niet een rijksinfrastructuur, het is een infrastructuur van ons allemaal. Het maakt nogal wat uit of je wel of niet gebruikmaakt van die digitale infrastructuur. Als alle gemeenten zeggen dat inwoners in 2017 in beginsel digitaal kunnen communiceren op alle vlakken, dan betekent dat een enorme verandering van het gebruik van de digitale infrastructuur. Daardoor wordt het allemaal stukken goedkoper voor gemeenten in de bedrijfsvoering zelf en voor alle overheden gezamenlijk. Een loket in stand houden is honderdmaal duurder dan digitaal communiceren met een inwoner.’
Gemeenten zijn goed bezig, maar er is volgens Eenhoorn wel versnelling nodig. Dat vraagt om investeringen. Eenhoorn: ‘Digitalisering is in gemeenten niet meer de zaak van een subafdeling informatie en automatisering. Informatiebeleid is een essentieel deel van het gemeentebestuur geworden, net zoals financiën. Elk college moet een wethouder voor informatievoorziening krijgen, net zo goed als dat ik ervoor pleit dat in het volgende kabinet een minister voor informatievoorziening komt.’
Voor het volledige artikel klik hier