Dat gemeenten technische oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken zoeken snapt iedereen. Maar hierdoor worden wel kwetsbaarheden van inwoners misbruikt en kunnen handige inwoners hun eigen gang gaan.
Oplichterspraktijken?
De liberale tijdgeest woedt. Getraind in feilloos inspelen op het gebrek aan keuzeprofessionaliteit biedt een brigade van adviesbureaus onbegrensde ‘technologische oplossingen’ aan. Zo gelooft plots de ene manager in ‘datanetwerken’ en de andere in ‘cyber-physical systems’. Vergeet daarbij bestuurders niet die binnen vier jaar ergens mooie sier mee willen maken. Ambities en technologische handigheid hebben zelden met elkaar vandoen.
Keuzes?
‘Slim’ combineren van computers, sensoren en robots brengt gemeenten verder. Je merkt het niet, maar het ophalen en verwerken van afval of het regelen van openbare orde op feestdagen kan niet zonder slimme technologische systemen. Eén ding is zeker. Het gewone leven zit in de smartphone. Wie toetst er niet even een route in, regelt de verwarming thuis, gebruikt flitsinformatie of betaalt met zijn Bank-App bij de supermarkt. De opkomst van ‘smart wonen’ duikt op. Handig om te zien waar een file staat of dat de oude ‘licht dementerende’ buurman niet is gevallen. Tegelijk weet de energiemaatschappij wanneer je thuis bent, de politie wanneer en op welke weg je reed, kan de bank je schulden beter beheren en kan Albert Heijn zijn voorraad tot in de koelkast afstemmen. Door het rendementsdenken vinden gemeenten het maar al te lekker dat inwoners zelf aan de slag gaan. Overheidsgeld is er immers altijd tekort.
Erg?
Ja. De mensen die de ingezette ‘socio-technische systemen’ gebruiken hebben verantwoordelijkheden. Door toe te staan dat op enorme schaal gegevens verzameld, opgeslagen en gebruikt worden maken ze mensen tot ‘conversiecijfers’. Obscure kwetsbaarheden worden bewust gezocht. Data verbinden gaat immers om het doorgronden van de gebruiker. Kritische vragen zoals wie aanspreekbaar is als de ‘licht dementerende buurman’ door een technisch foutje om het leven komt worden als ‘collateral damage’ weggewuifd.
Onethisch wantrouwen?
Hoe ‘eigenverantwoordelijk’ ook, als ‘individu’ heb je niks te zeggen over jouw gegevens die energiebedrijf, verkeerspolitie of ‘welzijnsfabrieken’ gebruiken. Gemeenten doen snurkend mee. Samen met ‘maatschappelijke ondersteuning’-instanties die data koppelen van PGB, huishoudelijke hulp, dagverpleging, jeugdzorg, bijstand, dak- en thuislozen, beschermd wonen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Binnenkort weet het profiel meer dan jezelf. Ongetwijfeld staan Belastingdienst en UWV al likkebaardend te wachten op de ‘koppeling’. Stel je voor dat ‘eigenbroekophouders’ hun radeloze zakken vullen.
Andere kant?
De ‘geloof in eigen kracht’-ideologie geeft ruim baan aan burgerinitiatieven. Gemeenten willen ook niet op Noord-Korea lijken en doen hun best om ‘troetelbeertjesgemeenten’ te zijn. Actieve ‘burgerinitiatievers’ maken graag gebruik van technologie. Informatie uitwisselen via buurtplatforms werkt efficiënt. Er kunnen in de praktijk maar een paar mensen echt uit de voeten met het digitale platform. Niks gemeenschappelijke menings- en besluitvorming door de ‘buurt’, maar eenzijdige belangenbehartiging door groepsdwang. Als een enkele ‘minder toffe’ gemeente toch nee verkoopt zijn de poppen aan het dansen.
Gemeenten van het padje?
Datarevolutie staat nog maar aan het begin. Kwetsbaarheden van inwoners worden misbruikt en handige inwoners kunnen hun eigen gang gaan. Regie betekent eerst eens weten ‘wat voor gemeente we willen zijn’, ‘welke technologie daarbij past en welke niet’. Bovenal antwoord op de vraag ‘waar gemeenten op aanspreekbaar zijn als het om privacygarantie van inwoners gaat’. Ga daar eerst maar eens geld in steken. Helaas is dat zo’n beetje het tegenovergestelde van nu.
Bron: Gemeente.nu