Het Rathenau instituut signaleert vele smart city-projecten, maar weinig ervan zijn volledig geautomatiseerd. Dat schrijft het instituut naar aanleiding van onderzoek bij vijf grote gemeenten over dit thema. Een opvallende bevinding is dat de meerwaarde van open data voor gemeenten tot nu toe nog teleurstellend is.
Optimaliseren beleid meest genoemde doelstelling
Het Rathenau Instituut bekeek wat de vijf grootste gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven (G5) momenteel doen met ‘slimme technologie’ en wat de redenen daarachter zijn. De redenen van de gemeenten die de onderzoekers daarbij hebben geconstateerd zijn optimaliseren van dienstverlening en beleid, innovatie en het verhogen van burgerparticipatie.
Weinig volledig geautomatiseerde projecten
In de praktijk zijn er door gemeenten maar weinig volledige geautomatiseerde projecten. Een van de weinige projecten die hieronder valt is een fietsenstalling in Utrecht, waar camera’s lege plekken ‘tellen’ en fietsers via apps en meldingen op borden sturen naar de minst volle stalling. De meeste smart city-projecten zijn gericht op het onderzoeken van potentie van data om zo te achterhalen of verzamelen van data en het combineren van datastromen kan leiden tot meer kennis, bewijs en accurate voorspellingen. Met die kennis kan vervolgens worden gewerkt aan een toepassing.
Gemeentelijke successen
Sommige data-projecten hebben er inmiddels toe geleid dat gemeenten hun beleid konden optimaliseren. Zo heeft Utrecht het beheer en onderhoud van waterpompen geoptimaliseerd op basis van historische data. In Den Haag houden sensoren systemen en machines van het gemeentelijke zwembad in de gaten, onderhoud wordt daardoor efficiënter toegepast.
Innovatie moet economische vooruitgang inleiden
Diverse gemeentes stelden naast efficiëntie 'innovatie' als doel en hopen daarnee op economische vooruitgang. Het Rathenau Instituut ziet dat er om deze reden door gemeenten veel samenwerkingen worden aangegaan met kennisinstellingen en bedrijven. Gemeenten fungeren als maatschappelijk partner in onderzoeken of bieden hun gebieden aan als ‘living lab’ voor experimenten.
Meerwaarde open data valt tot nu toe tegen
Burgerparticipatie is de laatste van de drie veelgenoemde doelen. Diverse gemeenten betrekken burgers bij het verzamelen en analyseren van data. Met open data-projecten hopen gemeenten dat hun inwoners uiteindelijk digitale toepassingen ontwikkelen. Dit loopt nog niet erg succesvol, concludeert het Ratheneu Instituut. ‘Tot teleurstelling van de onderzochte gemeenten blijkt het erg moeilijk om samen met bewoners de meerwaarde van de data te ontdekken. Niet iedereen heeft bijvoorbeeld de vaardigheden hiervoor. En niet alle data zijn zomaar te vertalen in toepassingen met maatschappelijke meerwaarde.’
Bron: BinnenlandsBestuur digitaal