Het kabinet heeft onvoldoende aandacht voor het belang van de digitale infrastructuur en cyberveiligheid. Daarmee komt de Europese digitale koploperpositie in gevaar. Dat zegt de stichting DINL, de spreekbuis van digitale infrastructuur-aanbieders in een reactie op de Miljoenennota.
Ambities
Volgens de DINL spreekt het kabinet meerdere maken over de hoge ambities van Nederland, maar volgens directeur Michiel Steltman ontbreekt het ondersteunende beleid dat daarvoor nodig is. ‘Het is een indicatie dat technologie in de ogen van politiek en bestuur nog steeds een tweederangs kwestie is. Dat is in het huidige digitale tijdperk erg achterhaald.’
Beleid
In de begrotingsstukken wordt de aanleg van digitale infrastructuur wel genoemd, maar dan gaat het vooral de uitrol van 5G en de beschikbaarheid van snel internet in buitengebieden. Volgens Steltman laat het kabinet urgente knelpunten, zoals de aanleg van nieuwe zeekabels, buiten beeld. En juist op dat dossier, maar ook op onderwerpen als datacenters, digitale knooppunten en clouds is volgens men duidelijk beleid nodig, omdat anders de rol van Nederland als Europese datahub op de tocht staat. ‘Zo lopen we het risico dat we in de digitale middenmoot belanden.’
Cyberaanvallen
De DINL haalt ook het recente WRR-rapport aan, dat waarschuwt voor de kwetsbaarheid van de digitale infrastructuur en systemen voor cybercriminaliteit en -aanvallen. Volgens Steltman is het geld dat het kabinet daarvoor de komende jaren opzij heeft gezet veel te weinig. ‘Alleen het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft jaarlijks al een begroting van bijna twaalf miljard. De 95 miljoen voor cybersecurity, die bestemd is voor meerdere departementen en uitvoeringsinstanties, is daarbij slechts een druppel op een gloeiende plaat.’
Bron: BinnenlandsBestuur digitaal