De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is een verkennend onderzoek gestart onder gemeenten. Ze wil inzicht krijgen in de verwerking van persoonsgegevens bij ontwikkeling en gebruik van slimme, digitale toepassingen.
Daarom gaat de AP in eerste instantie bij een specifieke groep gemeenten zogenoemde Data Protection Impact Assessments (DPIA’s) opvragen. In een later stadium zal de AP datzelfde doen bij een bredere groep gemeenten. Welke groepen dat zijn is niet bekendgemaakt.
Aanleiding
De AP ziet dat gemeenten in toenemende mate naar oplossingen zoeken voor de verwerking van data. Daarbij verwerken ze vaak persoonsgegevens op nieuwe manieren en met nieuwe technologieën. De AP juicht innovatief gebruik van data voor meerwaarde in de openbare ruimte toe. Ze stelt dat de privacy dan wel voldoende gewaarborgd moet zijn (volgens de AVG).
Privacyrisico's in kaart brengen
Voordat gemeenten Smart City-toepassingen ontwikkelen, moeten zij met een DPIA (Data Protection Impact Assessment) in kaart brengen welke privacyrisico’s daarbij komen kijken. Eventuele risico’s moeten zij beheersbaar maken voordat met de toepassing wordt gewerkt. Wanneer er privacyrisico’s zijn waar vragen bij blijven leven, dan moeten gemeenten voorafgaand aan het werken met de toepassing de AP raadplegen.
Ondersteuning door IBD
De IBD ondersteunt gemeenten bij het uitvoeren van DPIA’s en het delen van uitkomsten daarvan tussen gemeenten. Dit gebeurt door middel van de DPIA Tool op de IBD Community, waar ook verder gediscussieerd kan worden over dit onderwerp.
Smart Society
De VNG volgt het verkennende onderzoek van de AP op de voet. In het programma Smart Society werken o.a. VNG, het ministerie van BZK, bedrijfsleven en kennisinstellingen samen om gemeenten te helpen bij hun vraagstukken rondom o.a. smart cities en nieuwe slimme toepassingen. Bijvoorbeeld met de ontwikkeling van nieuwe kaders en producten, zoals de Principes voor de Digitale Samenleving en de Modelovereenkomst Slimme Toepassingen. Het programma is met de AP in gesprek hoe de uitkomsten van het onderzoek gebruikt kunnen worden. Zo zou het nieuwe handreikingen en producten kunnen verrijken die innovatie helpen vergemakkelijken en maatschappelijke waarde vergroten.