Als mensen op sociale media reageren op gemeenteberichten dan zijn het vooral vrouwen en hoger opgeleiden. Uit onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam blijkt dat slechts een beperkt deel van de bevolking op sociale media de interactie met gemeenten aangaat. En gemeenten hebben bij het plaatsen van berichten een duidelijke voorkeur qua onderwerpen.
Sterk oververtegenwoordigd
Bijna drie op de vijf reacties zijn afkomstig van vrouwen, meer dan de helft komt van burgers tussen de 25 en de 45 jaar oud (terwijl zij nog geen kwart van de Nederlandse bevolking uitmaken) en hoger opgeleiden zijn ‘sterk oververtegenwoordigd’ (de genoemde groepen sluiten elkaar niet uit). Het Zijlstra Center van de VU analyseerde voor de steekproef 4092 reacties op uitingen van twintig gemeenten.
Ondervertegenwoordigd
Ondervertegenwoordigd zijn mensen met een commercieel technisch beroep en mensen werkzaam binnen de sector zorg en welzijn. Het moge geen verrassing zijn dat het openbaar bestuur goed vertegenwoordigd is, maar blijkbaar hebben ambtenaren wel een voorkeur wat betreft platform: Twitter. ‘Dit geldt voor LinkedIn als we kijken naar personen met een bedrijfseconomisch en administratief beroep. Anderzijds zien we dat personen met een creatief of taalkundig beroep relatief actief zijn op Instagram.’
Leeftijd steekproef versus leeftijd landelijk
Bron: onderzoek VU.
Duidelijk niet financiën
Er zijn volgens de onderzoekers ‘enkele duidelijke patronen te ontdekken’ als het gaat om de beleidsterreinen waar gemeenten op sociale media over schrijven. Het gaat vooral om burgerparticipatie, cultuur en sport, terwijl financiën en openbaar vervoer achterblijven. Als het dan om financiën gaat, gaat het om ‘terreinen die verhoudingsgewijs weinig financieel belang in gemeenten hebben, zoals sport, cultuur en recreatie’.
Sociaal domein
‘Andersom geldt dat slechts 4 procent van de berichtgeving op sociale media betrekking heeft op het sociaal domein, een terrein dat gemiddeld 38 procent van de totale gemeentelijke uitgaven voor zijn rekening neemt.’
Methode
Voor het onderzoek selecteerden de onderzoekers twintig gemeenten die op vier platforms actief zijn: Twitter, Facebook, LinkedIn en Instagram. In de periode van maart tot mei jl. zijn voor iedere gemeente de laatste tien berichten geanalyseerd. Vervolgens hebben de onderzoekers gekeken naar ten hoogste de eerste tien personen die reageerden (oftewel: een opmerking plaatsten of het bericht leuk vonden).
Bron: BinnenlandsBestuur Digitaal