Blockchaintechnologie bevindt zich nog in de beginfase, maar gemeenten willen het graag toepassen. Daarbij wordt te weinig nagedacht over wie de regie heeft. Wetenschappers van de TU Delft en TNO ontwikkelden een kader waarmee de verschillende belanghebbenden, zoals gemeenten, beter kunnen bepalen wat er in de informatieketen komt te zitten.
Op gemeentelijk niveau wordt gesproken over het afgeven van vergunningen en certificaten en het in staat stellen van burgers om zelf te bepalen met wie ze hun informatie delen. Slechts een enkele gemeente past blockchain al concreet toe.
Wie bepaalt?
Een van de gemeentelijke uitdagingen is de vraag wie van de belanghebbenden bepaalt hoe de keten eruit komt te zien? Wie heeft toegang tot de data en wie bepaalt hoe de blokken eruit komen te zien? Wetenschappers van de TU Delft en TNO pleiten er nu in een paper voor om deze vraag al vroeg in het proces op te nemen, zodat die een uitgangspunt wordt bij het ontwerp.
Complexe puzzel
Een blockchain is, vrij letterlijk, een keten van blokken informatie en bij elk blok bepaalt een aantal partijen wat er in dat blok komt te staan. Er kan worden afgesproken dat dat de partijen zijn die de meeste rekenkracht leveren. Zo gaat het bij de bekendste toepassing van blockchaintechnologie, bitcoin, waar een bijzonder complexe puzzel van berekeningen moet worden opgelost. De partijen die samen voldoende rekenkracht hebben om het snelste de berekeningen uit te voeren, het zogenaamde bitcoin-mining, bepalen wat er in de blockchain staat. Deze invalshoek wordt proof of work genoemd: degenen die het meeste werk verrichten, mogen bepalen. Maar dit is voor gemeenten geen aantrekkelijke optie omdat zij dan veel rekenkracht moeten leveren, wat erg veel energie vraagt en dus duur en milieuonvriendelijk is, en partijen die meer rekenkracht hebben kunnen de controle overnemen.
Centraal model
‘Maar er zijn ook andere manieren’, vertelt Sélinde van Engelenburg, een van de opstellers van de paper. ‘Wat voor gemeenten interessant is, is proof of authority: sommige partijen kunnen blokken toevoegen, maar andere niet.’ In zo’n geval hoeft er geen moeilijke puzzel opgelost te worden en slechts de gemeente en eventueel een paar bedrijven kunnen de blokken en inhoud aanmaken. Een gemiddelde burger zal niet snel iets aanmaken, dus die heeft slechts toegang nodig. Maar er is gelijk een belangrijk nadeel te noemen: ‘De paar partijen die je de macht geeft, moet je wel kunnen vertrouwen. Het zijn er veel minder dan bij proof of work. Je gaat dan meer naar een centraal model.’
Het is maar één voorbeeld van de vele mogelijkheden, zegt Van Engelenburg. Men kan bijvoorbeeld ook redeneren vanuit het type data. ‘Als het gaat om open data dan kun je dat erin zetten en dan ben je klaar, terwijl andere data versleuteld wordt.’
Op zoek
Het gaat de wetenschappers niet om het geven van een volledig beeld van alle mogelijkheden, maar om ervoor te zorgen dat beter en eerder over deze ontwerpmogelijkheden wordt nagedacht. Het kader moet zich nog bewijzen, net als de technologie zelf. Van Engelenburg: ‘Gemeenten zijn nog heel erg op zoek naar wat ze eigenlijk met blockchain kunnen. Een groot percentage van de projecten faalt als pilot, wat laat zien dat blockchain zich nog in de vroege fase van ontwikkeling bevindt. Het heeft potentie, maar er mist gewoon nog kennis.’
Gemeenten en blockchain
Het laatste overzicht van hoeveel gemeenten met blockchain experimenteren dateert van april 2019. Op dat moment waren door gemeenten blijkens gegevens van VNG Realisatie meer dan honderd pilots uitgevoerd. Bij enkele gemeenten kwam het tot een reëel project. Zo past Zuidhorn blokchain succesvol toe bij de inzet van Kindpakketten en gebruiken zeven in Drechtsteden samenwerkende gemeenten blockchain als middel voor interne verrekening
Bron: BinnenlandsBestuur Digitaal