Het is de lijn van alle overheidsorganisaties dat - waar nodig - een alternatief kanaal beschikbaar is voor mensen die niet over middelen voor digitale communicatie beschikken, of die niet digivaardig zijn.
Dit antwoordt minister Plasterk (BZK) op schriftelijk vragen van het Tweede Kamerlid Oosenbrug (PvdA). Aanleiding hiervoor was het bericht dat senioren de digitalisering van de overheid te snel vinden gaan.
Maatregelen
Overheidsorganisaties hebben volgens de minister veel aandacht voor de toegankelijkheid van (digitale) overheidsdiensten. Zij doen vaak gebruikersonderzoek, en verbetering van voorzieningen vindt mede plaats op basis van dergelijk onderzoek. Door netwerken voor professionals als Gebruiker Centraal en het Kennis Centrum Dienstverlening (KING) worden professionals gestimuleerd klant- en gebruikersonderzoeken te doen en processen klantvriendelijker in te richten. Het programma Digitaal 2017 levert input en ondersteuning voor deze netwerken van professionals.
Verder wijst Plasterk erop dat overheidswebsites moeten voldoen aan de webrichtlijnen. Daarmee wordt het digitale contact met de overheid ook gemakkelijker. In het wetsvoorstel voor de Gemeenschappelijke Digitale Infrastructuur wordt voor overheidsorganisaties een verplichting opgenomen om deze webrichtlijnen na te leven.
Voor mensen die niet vaardig zijn of niet over internet beschikken, zijn er volgens de minister al diverse mogelijkheden. Voor het (digitaal) zaken laten doen door een ander is er de mogelijkheid van DigiD machtigen. Voor het zoeken en vinden van hulp bij het gebruik van digitale overheidsdiensten zijn er verschillende (lokale) mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld de i-shops in Den Haag of de spreekuren in bibliotheken. En voor mensen die zelf digivaardiger willen worden is het Digitaal Hulpplein in het leven geroepen, waarmee het makkelijker wordt om een cursus op maat te vinden.
Plasterk noemt verder het convenant dat de Belastingdienst met de Koninklijke Bibliotheek heeft gesloten. Hierdoor krijgen mensen via 800 openbare bibliotheken de beschikking over gratis gebruik van computers met internet en printfaciliteiten, en over de mogelijkheid daar kosteloos digivaardigheidscursussen te volgen. Daarnaast wordt op basis van dit convenant toegewerkt naar een netwerk van uiteindelijk 150 vestigingen in 2018 waar maatschappelijk dienstverleners hulp bieden bij het doen van aangifte.
Verantwoordelijk
De minister schrijft dat de verantwoordelijkheid voor de toegankelijkheid van diensten en informatie bij de desbetreffende overheidsorganisaties ligt. Het beleid dat via het programma Digitaal 2017 wordt uitgedragen, is dat er speciale aandacht moet zijn voor mensen die niet mee kunnen komen met de digitalisering, bijvoorbeeld door het behouden van alternatieve communicatiekanalen.
Minder mensen géén internet
Plasterk wijst er ook op dat de groep ouderen die niet over internet beschikt flink afneemt. Het onderzoek dat ten grondslag lag aan de Kamervragen ging uit 1,2 miljoen 65+’ers die geen toegang hebben tot internet. Dat is gebaseerd op de cijfers van het CBS uit 2013. Het CBS komt in 2015 tot 692.270 65+’ers.
Meer informatie
Beantwoording schriftelijke Kamervragen door minister Plasterk