De plannen voor een nieuwe manier om in te loggen bij de overheid stuiten op kritiek. Er is nog veel onduidelijk over het nieuwe systeem van digitale identificatie, bijvoorbeeld over de kwetsbaarheid en de kosten.
Dat stelt de Algemene Rekenkamer in het rapport “Vernieuwing stelsel voor digitale identificatie en authenticatie" (klik hier). De rekenkamer controleert of het Rijk geld uitgeeft en beleid uitvoert zoals gepland.
Nu wordt voornamelijk DigiD gebruikt als burgers en bedrijven zich identificeren voor bijvoorbeeld de belastingaangifte of het aanvragen van een toeslag. Maar DigiD en andere huidige middelen blijken te kwetsbaar. De overheid wil een nog veiliger systeem, dat betrouwbaar en altijd beschikbaar is.
Volgens de Rekenkamer is nog niet besloten aan welke eisen nieuwe middelen moeten voldoen, maar ook niet hoe het zit met de bescherming van de privacy en het toezicht. De controleurs vragen zich ook af of het de bedoeling is dat een burger uiteindelijk over één of meerdere middelen beschikt.
De Rekenkamer laakt ook dat meerdere ministeries, agentschappen van de overheid, bedrijven en zelfstandige instanties bij initiatieven zijn betrokken. Het wordt een ingewikkelde situatie genoemd.
Het is verder onduidelijk wat de totale kosten zullen zijn. Voor dit en volgend jaar is 23 miljoen euro extra uitgetrokken om het nieuwe systeem te ontwikkelen. Ook is nog niet helder of burgers later moeten betalen voor elke keer dat zij inloggen of als zij een nieuw pasje bestellen.
De Tweede Kamer kan op dit moment moeilijk beoordelen of de besluitvorming door het kabinet over vernieuwing van het huidige DigiD op orde is, concludeert de controle-instantie.
Digitale identificatie met DigiD om toegang te krijgen tot overheidsdiensten wordt steeds vaker gebruikt: vorig jaar al 200 miljoen keer.