Technologie als virtual reality (VR) en augmented reality (AR) dwingt gemeenten om na te denken over de toepasbaarheid ervan in de dienstverlening. ‘Je zou een virtueel gemeentehuis kunnen beginnen.’
Bedrijven bieden al langere tijd diensten voor VR en AR aan en het aantal gebruikers van beide vormen is explosief gegroeid, zeker met de komst van de HoloLens en spellen als Pokémon Go op de smartphone. Het kan niet anders dan dat deze technologie in de toekomst ook voor gemeentelijke dienstverlening gaat worden ingezet, zo voorspellen Natasja Paulssen en Fleur Stiels van AR-ontwikkelaar Dutch Rose Media. De toepassingsmogelijkheden voor gemeenten zijn volgens hen groot en divers.
Publieke waarden
Bij de grootste gemeenten blijken AR en VR al op de kaart te staan. Met name de gemeente Utrecht toont zich bedreven en is aan de slag gegaan met het onderzoeken van mogelijkheden, aldus strategisch adviseur Robbert Meijers. Het gemeentelijke bestuur gaf bij Meijers aan behoefte te hebben aan meer kennis over nieuwe technologische ontwikkelingen. ‘Deze ontwikkelingen proberen we te vertalen naar onze eigen organisatie. We onderzoeken door middel van pilots mogelijke publieke waarden die het zou kunnen opleveren.’
Om die reden werd samenwerking gezocht met marktpartijen, bewonersgroepen en kennisinstellingen. Eric Ruts, die zich voor de Vrije Universiteit verdiept in onder meer blockchain, virtual reality, robotica en artificiële intelligentie, kwam zodoende bij de gemeente terecht. Hij bekijkt hoe nieuwe technologische ontwikkelingen binnen de gemeentelijke organisatie kunnen passen. Met name bij gesprekken over vergunningen liggen nu kansen, denkt hij. ‘Je kunt bijvoorbeeld in een ‘personal omgeving’ de burger laten meekijken en alvast het gewenste tuinhuis laten bouwen in VR, om zo de gevolgen ervan te kunnen inzien. Even ver vooruit gedacht: nu komen burgers hiervoor naar dit mooie gemeentehuis voor een gesprek, maar met VR kun je dit op ieder gewenst moment vanuit huis doen. Je zou uiteindelijk zelfs een virtueel gemeentehuis kunnen beginnen waar je met een avatar doorheen loopt en realtime contact kan hebben met gemeentemedewerkers.’
Verbeteren toegankelijkheid
Fleur Stiels denkt dat het moment dat miljoenen mensen in de ban raakten van Pokémon Go een startsein is geweest voor gemeenten om over de mogelijkheden van AR na te denken. ‘Met name de mogelijkheid voor educatie en entertainment en de mix daarvan spreekt ambtenaren aan, zo merken we. Maar er is natuurlijk meer functionaliteit mogelijk. De informatie die Pokémon Go de gebruikers op locatie geeft, kun je ook invullen met praktische informatie over de stad. Je kunt mensen wijzen op wandelingen en op activiteiten in gebouwen.’ Momenteel kijken ze in hun bedrijf onder meer naar hoe de overheid gebieden toegankelijker kan maken voor mensen in een rolstoel of met een beperking.
Voor andere domeinen, zoals wonen, liggen er eveneens kansen. Voor de gemeente Utrecht zien Meijers en Ruts die met name voor het inzichtelijk maken van nieuwbouwprojecten en nieuwe omgevingen in een wijk.
Sociaal domein
Zo kan VR ook nuttig zijn voor het sociaal domein, denken Ruts en Meijers. Sollicitaties trainen met werkzoekenden bijvoorbeeld, dat is in een simulatie simpel uitvoerbaar met een VR-bril op. Het voordeel is dat de trainingen op elk gewenst moment kunnen worden uitgevoerd. In de training kun je zien hoe iemand reageert op bepaalde informatie. Agressietrainingen kunnen op die manier eveneens worden uitgevoerd.
Zowel Stiels en Paulssen als Meijers en Ruts raden gemeenten aan om ambtenaren te laten zien wat de technologie kan betekenen voor nu en de toekomst. ‘Laat ambtenaren nadenken over de mogelijkheden voor de dienstverlening. Het is belangrijk dat ze er feeling voor krijgen, aldus Meijers. Paulssen en Stiels denken zelfs dat er kosten kunnen worden bespaard op toepassingen in de openbare ruimte. ‘Je hoeft in de toekomst misschien geen dure infrastructuur meer aan te schaffen, zoals led-schermen met internetverbindingen waarop bustijden staan, als iedereen ook met een smartphone op een bushalte-bordje kan kijken.’
Sjoerd Hartholt, Binnenlands Bestuur Digitaal