Met de invoering van de wet Computercriminaliteit III krijgen politie en justitie meer bevoegdheden om computercriminaliteit te bestrijden. Zo kunnen computers op heimelijk worden binnengegaan, communicatie worden afgetapt en wordt het mogelijk ‘lokpubers’ online in te zetten.
Ernstige delicten
De wet treedt per 1 maart in werking en is bedoeld als reactie op de snelle technologische ontwikkelingen die ervoor hebben gezorgd dat de digitale middelen die de criminele wereld gebruikt vaak moeilijk door politie en justitie aan te pakken is. Op grond van de nieuwe wet mogen politie en justitie in het geheim en op afstand computers binnengaan voor de opsporing van ernstige delicten zoals kinderpornografie, drugshandel of liquidaties. Dat kan een personal computer zijn, een mobiele telefoon of een server. Opsporingsambtenaren mogen de gegevens die zij op de computers aantreffen blokkeren of kopiëren. Ook mogen zij communicatie aftappen.
Lokpubers
Ook wordt het mogelijk opsporingsambtenaren als ‘lokpubers’ in te zetten om de opsporing en vervolging van ‘groomers’, die via internet minderjarigen benaderen voor seks. Verder wordt heling van computergegevens als zelfstandig delict strafbaar. Daarmee kan iemand worden aangepakt die over gegevens van anderen beschikt, ook als niet bewezen kan worden dat hij zelf die gegevens heeft overgenomen. Malafide verkopers die op internet herhaaldelijk goederen of diensten te koop aanbieden, maar niet leveren, kunnen straks strafrechtelijk worden vervolgd. Het Openbaar Ministerie heeft hiervoor een richtlijn ontwikkeld met nieuwe strafeisen voor oplichting via internet.
Bron: BinnenlandsBestuur digitaal