De overheid maakt steeds meer gebruik van data. Meer samenwerking is nodig om de maatschappelijke meerwaarde ervan te benutten. ‘Want in ons eentje gaan we het niet redden’, stelt Magchiel van Meeteren (CBS) in een essay in Binnenlands Bestuur.
De doelstelling van het Center for Big Data Statistics (CBDS) is om de waarde van nieuwe bronnen voor statistiek te onderzoeken, en zo beleidsmakers beter te ondersteunen met snellere, meer gedetailleerde inzichten die met minder lastendruk zijn gerealiseerd. Er is al heel veel data beschikbaar uit administraties van overheidsorganisaties en bedrijven, maar daar komt steeds meer gegenereerde realtime data uit allerlei apparaten, sensoren of processen bij. En de mogelijkheid om die data ook te verwerken en te analyseren. ‘Al die data, nu veelal uit de private sector, kan enorm helpen bij zowel dienstverlening aan burgers, bij operationele taken als handhaving, als, in ons geval, als bron voor beleid’, stelt Van Meeteren.
Onderbuik
De vraag is volgens hem vooral hoe te komen tot de juiste skills om op basis van data te werken en maatschappelijke vraagstukken als energietransitie, digitalisering, of ondermijnende criminaliteit aan te pakken. Daarvoor zijn veel publieke en private organisaties zijn nodig. Dat samenwerken is op zich al ingewikkeld, maar om datagedreven te werken moet data uit al die organisaties bij elkaar worden gebracht – zonder de privacy aan te tasten.
Datagedreven organisaties zijn organisaties waarin iedereen op basis van data tot besluiten komt, en niet meer op ervaring, intuïtie of onderbuik alleen. Het idee daarbij is dat besluiten objectiever en transparanter worden. ‘In de praktijk zien we dat nog niet zoveel overheidsorganisaties zichzelf datagedreven kunnen noemen’, aldus Van Meeteren.
Energietransitie
De energietransitie is volgens hem een mooi voorbeeld. Gemeenten hebben de opdracht om te komen tot warmteplannen, waarin duidelijk wordt hoe de gemeente uiterlijk in 2050 tot een CO2-arme gebouwde omgeving komt. Gemeenten, provincies, woningcorporaties, netbeheerders, energieleveranciers en burgers moeten hiervoor samenwerken. En om tot de juiste maatregelen te komen, moet data gedeeld worden. Maar dat gebeurt nu nog maar beperkt. Zijn er verschillen zichtbaar in het tempo van verduurzaming tussen wijken met verschillende kenmerken? Zijn bepaalde groepen gevoeliger voor subsidies dan anderen, en waar wonen ze? Kunnen mensen de benodigde maatregelen wel betalen? ‘Hiervoor zijn actuele datasets nodig en organisaties die hier analyses op kunnen doen, modellen kunnen loslaten, forecasts kunnen doen, beleidsadvies kunnen geven. En niet alleen nu, maar voortdurend, om de juiste keuze én de effectiviteit van de maatregelen voortdurend te kunnen beoordelen. Ieder heeft slechts een deel van de puzzel; niemand kan het alleen’, stelt Van Meeteren.
Ambtenaren
Hij ziet een aantal sleutels tot succes. ‘Allereerst is het enorm belangrijk om de digital literacy te verhogen bij burgers in het algemeen en ambtenaren in het bijzonder. De digitale kloof moet dicht. Burgers moeten in staat blijven met een steeds verder digitaliserende overheid in contact te staan en zullen een steeds belangrijkere rol spelen in het beheer van hun eigen data. Wat mag ermee, en door wie? Er is een dialoog nodig tussen burgers en overheid over data. Hoe verkrijgt de overheid een social license om data in te kunnen zetten voor het algemeen goed en hoe komen we in een positie dat die data ons ook gegund wordt?’ Ook bij veel ambtenaren is volgens hem kennisontwikkeling nodig, op alle niveaus.
Data Officer
Bedrijven, wetenschap en overheid hebben volgens hem elkaar nodig, omdat de uitdaging te groot zijn voor een enkele organisatie om alleen aan te pakken. Daarbij is een aanjager nodig, een kennisbank, adviseur, toetser en regisseur. Van Meeteren: ‘Welke regionale data-initiatieven zijn landelijk op te schalen? Maar ook welke landelijke standaardisatie helpt ontwikkelingen op regionaal niveau? Daar ligt een rol voor ministeries en organisaties als de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg voor harmonisatie en verbindingen, en ook voor organisaties zoals het CBS voor standaardisatie en het bieden van een dataknooppunt. Om het belang van data en de urgentie van deze ontwikkelingen te onderstrepen is het tijd om regie op data een gezicht te geven, bijvoorbeeld door aanstelling van een Chief Data Officer bij het rijk.’
Lees het volledige essay in Binnenlands Bestuur nr. 9 van deze week (inlog)
Bron: BinnenlandsBestuur digitaal