In de Zwolse wijk Stadshagen verzamelen bewoners data over het lokale klimaat. De data worden doorgestuurd naar een open data platform, de Smart Zwolle Hub. Project SensHagen loopt nu anderhalf jaar en maakt deel uit van de ambities van Zwolle om datagedreven te werken. 'Wat ik voor me zie, is een digitale tweelingstad Zwolle, opgebouwd uit de data die we verzamelen.'
Handelen uit betrokkenheid
Uit een tweejaarlijks bevolkingsonderzoek bleek eerder dat inwoners van de wijk Stadshagen zich veel meer dan andere Zwollenaren zorgen maken over wateroverlast en klimaatverandering. Nieuwbouwwijk Stadshagen bevindt zich in het laagste gebied van een gemeente die kampt met wateruitdagingen. De impact van klimaatverandering kan dus het grootst zijn in deze omgeving, ook omdat het groen zich hier nog moet ontwikkelen. Het doel van project SensHagen? 'Wij denken dat als je klimaatgegevens meet, betrokken bent, begrijpt wat met het lokale klimaat aan de hand is en advies kunt krijgen van bijvoorbeeld hoveniers en de gemeente, dat je dan ook gaat handelen,' zegt Marcel Broekhaar, programmaleider Slimme samenleving bij de gemeente Zwolle. Met andere woorden: dat meer bewoners een regenton neerzetten of een groen dak laten groeien.
Ambassadeurs
Op informatieavonden leren bewoners hoe ze kaarten kunnen maken met data van hun eigen sensoren, gecombineerd met ander open data uit de hub. De avonden zijn populair, aldus Broekhaar. Er is een lesprogramma samengesteld voor basisscholen. Ook de provincie maakt gebruik van de data. Maar de echte data-analyses moeten nog in gang worden gezet, omdat daarvoor data over meerdere jaren nodig zijn. Hoe zorg je dat mensen aangehaakt blijven en dat ze zelf gebruikmaken van de open data die de gemeente beschikbaar stelt? Dat is een uitdaging, erkent Broekhaar. 'We overwegen onder meer om deelnemers van SensHagen in te zetten als ambassadeurs. Wat hen triggert, triggert wellicht ook hun buurman.'
Digitale tweelingstad
Project SensHagen maakt deel uit van een Zwols innovatieproject om datagedreven te werken. Het idee is dat de stad door data te verzamelen beter begrijpt wat er aan de hand is en effectievere lokale ingrepen kan plegen. Broekhaar: 'Wat ik uiteindelijk voor me zie, is een digitale tweelingstad Zwolle, opgebouwd uit de data die we verzamelen. In die tweelingstad kun je bijvoorbeeld een voorspelde regenbui simuleren en begrijpen wat de impact zal zijn, zodat je er beter op kunt anticiperen. Zo ver zijn we overmorgen nog niet, maar we zetten stappen om er te komen. Het mooiste zou zijn als we met behulp van slimme technologie kunnen laten zien hoe alles in de stad samenhangt.'
Lange adem
De beloften van Smart city's mogen dan in de afgelopen jaren tot onrealistische verwachtingen hebben geleid, Zwolle is volgens Broekhaar een voorbeeld van hoe het anders kan. De deelnemers aan het projectteam, onder meer de gemeente, de provincie, het KNMI, RIVM en twee adviesbureaus, werken aan een intentienotitie om anderen te inspireren. 'De instelling van de organisaties die meedoen is van groot belang voor het slagen van een smart city project. Ze moeten de langere termijn willen zien. Als bedrijf moet je het project iets kunnen bieden en erop vertrouwen dat je er zelf op den duur ook iets aan overhoudt. Wij geloven dat eenvoudige technologie een grote impact kan hebben, mits je een lange adem bezit en leert van wat er tegenzit.' En tegen zit het soms ook. Zo liep een idee om de sensoren door mbo-studenten te laten installeren stuk. 'Dan moet je vaststellen: het was een goed idee, maar we moeten het toch anders doen.'
Veel geld
Het initiële budget voor het innovatieprogramma was 250.000 euro. 'Daarvoor is de basisvoorziening voor een slimme stad aangelegd,' zegt Broekhaar. 'Het doorontwikkelen moet gebeuren op basis van de opgaven die er liggen. Hopelijk wordt de slimme infrastructuur op den duur onderdeel van de standaard informatievoorziening.'Concreet is met het geld deels de initiatie van project SensHagen gerealiseerd en de Smart Zwolle Hub. Ook is de Smart Zwolle Alliantie tot stand gekomen, waarin inmiddels negen organisaties uit de stad menskracht en data beschikbaar stellen. 'Natuurlijk is het veel geld,' erkent Broekhaar. 'Ik snap dat het makkelijker is om 250.000 euro aan een brug uit te geven. Je ziet precies wat het ding voor je doet. Maar we zitten in een overgangsfase naar datagedreven werken. Doe je dat goed, dan kun je op termijn veel geld besparen. Je weet beter waar je de brug moet bouwen en óf je wel een brug moet bouwen, omdat je de uitdaging beter begrijpt.'
Bron: BinnenlandsBestuur Digitaal