Inloggen Geen profiel? Registreer hier.

“Maatschappelijke impact is het uitgangspunt”

21/09/2021

 

Lourens Visser, CIO Rijk

Met de I-strategie Rijk 2021-2025 pakken de CIO’s van het rijk samen de handschoen op om de veranderkracht van digitalisering verder te benutten. CIO Rijk Lourens Visser licht toe:” We weten nu nog niet alles wat er de komende jaren gaat gebeuren; we gaan daarom uit van wat we wél weten.”

Prioriteiten

Op 6 september 2021 stuurde staatssecretaris Knops de I-strategie Rijk naar de Tweede Kamer. De I-strategie Rijk is de opvolger van de Strategische I-agenda 2019-2021. De nieuwe strategie bestaat uit 10 thema’s die de prioriteiten van de CIO’s van het rijk beschrijven. Visser legt het verschil uit tussen de nieuwe I-strategie en de oude Strategische I-agenda. “De I-strategie gaat meer dan haar voorganger uit van de maatschappelijke impact van digitalisering. Zij kijkt bovendien verder – 5 jaar – vooruit. We bewegen steeds mee met de actualiteit; het is een soort routekaart. We weten nu nog niet alles wat er de komende jaren gaat gebeuren en gaan daarom uit van wat we wél weten. Ieder jaar kijken we opnieuw naar de maatschappelijke opgaven, politieke prioriteiten en de financiële en technische mogelijkheden. We actualiseren steeds waar nodig.”

“Ieder jaar kijken we opnieuw naar de maatschappelijke opgaven, politieke prioriteiten en de financiële en technische mogelijkheden.”

Uitvoering aan tafel

Ieder thema wordt getrokken door 1 of 2 portefeuillehouders vanuit het rijksbrede CIO-beraad, het overleg van de CIO’s van de rijksoverheid. De betrokken CIO’s – vanuit beleidsdepartementen én uitvoeringsorganisaties – hebben meegedacht en -geschreven. “Dat draagt bij aan het draagvlak en aan de uitvoerbaarheid.” Uitvoerbaarheid is dan ook een belangrijke rode draad in de I-strategie, zegt Visser. “Met het thema ‘I in het hart’ werken we aan een andere samenwerking tussen beleid en uitvoering. Doel is dat digitalisering als hulpmiddel wordt ingezet in alle fases van de beleidscyclus. De uitvoering – inclusief de mensen met kennis van digitalisering – hoort bijvoorbeeld aan tafel op het moment dat een ministerie beleid of zelfs wetgeving maakt.”

I in het hart in de praktijk

Een goed voorbeeld is het programma Veranderopgave Inburgering. Hierbij zijn IV (informatievoorzienings)-professionals vanaf de start betrokken bij de uitwerking van de nieuwe wet.

Legacy

Een ander belangrijke thema dat gaat over uitvoerbaarheid is het ICT-landschap. Dat thema komt vaak terug in onderzoeken, BIT-adviezen en in rapporten van de Algemene Rekenkamer. Daarbij is lifecyclemanagement – het planmatig onderhouden, vernieuwen en uitfaseren van systemen – steeds een aanbeveling. Het is dus een manier om de legacy-problematiek (‘erfenis’ van verouderde systemen, red.) stap-voor-stap aan te pakken. Een mooi voorbeeld voor Visser is Estland. “Estland begon pas in de jaren ’90 met automatiseren, daar was geen legacy-problematiek. Wel hebben ze een richtlijn: systemen mogen niet ouder zijn dan zoveel jaar, dan moeten ze vervangen worden. Als ik dat doorvertaal naar de rijksoverheid: als we echt kunnen sturen op lifecyclemanagement; dat zou een heel mooi resultaat zijn.”

“Als we echt kunnen sturen op lifecyclemanagement zou dat een heel mooi resultaat zijn”

Herstel van vertrouwen

Herstel van vertrouwen van de maatschappij in de digitale (rijks)overheid is een belangrijke drijver van de I-strategie. “Dat hangt natuurlijk samen met de kwaliteit van de uitvoering en de manier waarop we met fouten omgaan”, zegt Visser. “Als we fouten bijvoorbeeld gemakkelijker, sneller kunnen erkennen, corrigeren en compenseren wanneer nodig, denk ik dat mensen daar meer begrip voor hebben.” Transparantie en openheid dragen ook bij aan vertrouwen. De I-strategie beschrijft ingrijpende hervormingen in informatiehuishouding – een thema dat tijdens het schrijven van de I-strategie steeds meer belang en zwaarte kreeg. “De vernieuwde informatiehuishouding krijgt de komende jaren vorm in onze systemen en processen, maar vooral ook in expertise. We moeten kennis over de informatiehuishouding binnen het rijk deels opnieuw opbouwen.”

Maatschappelijke waarde

De I-strategie zet ook in op openheid over de informatievoorziening zelf, daar hecht Visser veel belang aan. “We geven steeds meer inzicht in de kosten die we maken voor beheer en onderhoud van bestaande systemen. En rapporteren niet alleen maar over wat digitalisering kost en wat er misgaat, maar willen vooral ook informatie geven over de toegevoegde waarde van IV en ICT; wat is de maatschappelijke impact? Die informatie geeft meer inzicht aan Kamer en samenleving, en helpt ons bovendien zelf beter te sturen.”

“Iedere rijksambtenaar moet een basisset aan I-vaardigheden hebben”

Minder vrijblijvend

De digitale transformatie heeft betekenis voor iedere rijksambtenaar. Digitale vaardigheden worden dus steeds belangrijker. In de I-strategie is dat verwoord in het thema I-vakmanschap. “Het moment is aangebroken om echt door te pakken. Iedere rijksambtenaar moet een basisset aan I-vaardigheden hebben. Een actie uit de I-strategie is dat we gaan bepalen wat die basisset is. Voor iedereen; dus voor ieder domein en iedere functiegroep.” Voor Visser mogen daar nog verdere stappen in worden gezet. “We stellen nu eisen aan opleidingsniveau en ervaring, maar niet aan de digivaardigheid van mensen; het is nog te vrijblijvendheid. Mijn ideaalbeeld is dan ook dat digitale vaardigheden in ieder functieprofiel worden meegenomen.”

Meer I-strategie Rijk