Een veilige, inclusieve en kansrijke digitale samenleving. Dat is de ambitie van het digitaliseringsbeleid van het kabinet. Daarbij staan publieke waarden en de gebruikers centraal.
In de Kamerbrief ‘Hoofdlijnen beleid digitalisering’ zet Alexandra van Huffelen, staatssecretaris Digitalisering en Koninkrijksrelaties, de doelen en ambities van het kabinet uiteen. De brief is verstuurd met de ministers van EZK (digitale economie en digitale infrastructuur), J&V (coördinerend bewindspersoon voor cybersecurity) en Rechtsbescherming (gegevensbescherming en online rechtsbescherming).
Coalitieakkoord en werkagenda
De hoofdlijnen komen voort uit het coalitieakkoord en zijn het startpunt voor de kabinetsbrede werkagenda Digitalisering. Het kabinet stelt deze agenda op met de betrokken ministeries en met belanghebbenden uit samenleving, wetenschap, bedrijfsleven en medeoverheden. En omdat digitalisering de landsgrenzen overstijgt, kiest het kabinet een duidelijke internationale koers.
Onder regie van de staatssecretaris zet de Rijksoverheid volop in op het benutten van de kansen die de digitale transitie ons biedt en zal ze, meer dan voorheen, normerend optreden naar publieke en private partijen.
4 thema’s: fundament, overheid, samenleving en economie
De aanpak van het kabinet bestaat uit 4 thema’s die sterk met elkaar zijn vervlochten:
De randvoorwaarden om de digitale overheid, samenleving en economie vorm te geven: cyberveiligheid; een veilige online identiteit en regie over eigen data; privacy; gelijke behandeling; democratie; een eerlijke rechtsstaat; digitale autonomie en goedwerkende digitale markten en diensten; inclusie en digitale vaardigheden; digitale infrastructuur.
Op dit fundament worden de andere thema’s gebouwd.
Een slagvaardige, veilige en open digitale overheid, die de mens centraal stelt met toegankelijke en betrouwbare dienstverlening.
Een digitale samenleving met sterke publieke instellingen, waarin voorzieningen als zorg (standaardisering van gegevensuitwisseling en meer regie voor patiënten over hun eigen gegevens), onderwijs (meer aandacht voor digitale kennis en vaardigheden van basis- tot hoger onderwijs) en mobiliteit (experimenteren met nieuwe technieken om vervoer, veiliger, vlotter en schoner te maken) zijn geborgd.
Een digitale economie die open, eerlijk en veilig is, waarin bedrijven goed kunnen innoveren, consumenten en burgers goed beschermd zijn en die bijdraagt aan duurzame economische groei.