Inloggen Geen profiel? Registreer hier.

Aantal voorstanders van minister voor Digitale Zaken blijft groeien.

24/04/2024

Het is nauwelijks overdreven om te stellen dat er tegenwoordig geen week voorbijgaat zonder dat iemand pleit voor een minister voor Digitale Zaken. De oogst van deze week: de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) roepen op om de portefeuille digitalisering bij één minister met doorzettingsmacht te beleggen. Ondernemers Onno Eric Blom en Alexander Klöpping betogen hetzelfde in een opiniestuk in NRC.

Bewindspersoon met doorzettingsmacht noodzakelijk

De oproep van VNG en IPO is onderdeel van de inbreng voor het Notaoverleg Digitalisering met demissionair staatssecretaris Alexandra van Huffelen, dat op 22 april plaatsvindt. De koepelorganisaties schrijven: ‘Om de doelen van het kabinet op het gebied van digitalisering te behalen is interbestuurlijke samenwerking noodzakelijk, maar ook een bewindspersoon met meer doorzettingsmacht en aanwijzingsbevoegdheid.’

Verdeeld over departementen

De staatssecretaris voor Digitalisering (BZK) heeft een coördinerende verantwoordelijkheid voor digitalisering. Ze is verantwoordelijk voor de thema’s ‘digitaal fundament’ en ‘digitale overheid’. Voor haar Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren hebben de koepelorganisaties veel lof. Tegelijkertijd zien ze dat het onderwerp digitalisering verdeeld is over de departementen. Zo schreef de minister van EZK de Strategie Digitale Economie en de minister van JenV de Nederlandse Cybersecuritystrategie (NLCS).

 
Als er één bewindspersoon doorzettingsmacht heeft op al deze onderwerpen, kan dat een aantal fundamentele problemen oplossen, stellen VNG en IPO.
 
 

Data delen over beleidsdomeinen 

Als er één bewindspersoon doorzettingsmacht heeft op al deze onderwerpen, kan dat een aantal fundamentele problemen oplossen, stellen VNG en IPO. Voor gemeenten en provincies vormt met name het delen van data een knelpunt, vooral als het over de grenzen van beleidsdomeinen heen gaat. Met de interbestuurlijke datastrategie wordt een begin gemaakt met het veilig en verantwoord delen van gegevens, maar als het aan de koepels ligt, gaat een volgend kabinet een stap verder door een minister voor Digitale Zaken aan te stellen.

Meer regie

Ook Blom en Klöpping pleiten voor meer regie op het ict-dossier. Zij hopen hiermee vooral de ict-systemen binnen de overheid vooruit te helpen  Een minister voor Digitale Zaken moet volgens hen verantwoordelijk worden voor alle grootschalige ict-projecten. Er kan dan geen ict-plan meer in werking treden zonder goedkeuring van de minister en een team van ict-experts.

‘Op deze manier kan hij of zij sturen op samenwerking tussen de verschillende departementen,’ schrijven ze. ‘Bovendien kan de minister afdwingen dat verouderde infrastructuur wordt gemoderniseerd, en departementen beschermen tegen de politieke druk om dit op de lange baan te schuiven.’

Er kan dan geen ict-plan meer in werking treden zonder goedkeuring van de minister en een team van ict-experts.

 

Verantwoordelijk maken

In de afgelopen maanden hebben meer argumenten vóór deze bewindspersoon de revue gepasseerd. Zo schreef het Adviescollege ICT-toetsing dat het inmiddels grote gevolgen voor burgers heeft als er een fout ontstaat in één van de vele ict-systemen van de overheid. Het zou helpen om een minister verantwoordelijk te maken voor regie, innovatie, realisatie, duurzaamheid, uitvoerbaarheid en regulering.

Belang onderkennen

Een veelgehoord argument is dat het het belang van het onderwerp rechtdoet. ‘Een volledig toegewijde minister voor digitale zaken zal uitstralen dat het belang van digitalisering van de overheid zonder reserves wordt onderkend’, aldus Ac-ICT. IT-politicus van het jaar Barbara Kathmann meent dat dit de Tweede Kamer dwingt om meer ict-expertise te vergaren. “Kijk maar naar het stikstofdossier, daar hebben we ook veel meer kennis dan eerst.”

 

 Een volledig toegewijde minister zal uitstralen dat het belang van digitalisering van de overheid zonder reserves wordt onderkend. 
Ac-ICT

 

Meer overzicht en slagkracht

Haar partij GroenLinks-PvdA is voor een minister voor Digitale Zaken, net als de BBB. Het voordeel van een coördinerend minister is dat de functie niet is gekoppeld aan BZK en dat een minister deelneemt aan de ministerraad. Dat geeft een minister voor Digitale Zaken meer overzicht en slagkracht dan een staatssecretaris, stellen ook de brancheorganisaties uit de telecomsector.

Overkoepelend ministerie

Politieke partijen Volt en D66 gaan nog een stapje verder en pleiten in hun programma’s voor een overkoepelend ministerie van Digitale zaken. Ook volgens Eva Heijblom, directeur-generaal Digitaliseren en Overheidsorganisatie van BZK, zou alleen een minister voor Digitalisering te weinig zijn. “Je moet het combineren met bevoegdheden en mandaat.” Ze ziet een ministerie voor zich dat lijkt op die van het ministerie van Financiën, waarvan alle ministeries afhankelijk van zijn voor goedkeuring van hun plannen.

 

'Je moet het combineren met bevoegdheden en mandaat.'
Eva Heijblom, directeur-generaal Digitaliseren en Overheidsorganisatie van BZK

 

Onderbrengen bij Financiën?

Regeringscommissaris Arre Zuurmond en cybersecurityexpert Bert Hubert zien alleen wat in een minister voor Digitale Zaken als deze minstens evenveel doorzettingsmacht krijgt als de minister van Financiën. ‘Misschien is het zelfs wel een idee de digitale minister bij dat ministerie [van Financiën, red.] onder te brengen, want ze zijn daar al gewend om iedereen stevig achter de broek te zitten,’ schrijft de laatste. Anders voorziet Hubert namelijk dat de ict-minister het onderspit delft bij andere ministeries zodra het ingewikkeld wordt.  “Leuk idee (nerd…), maar we gaan het niet doen”.

Decentraal bestuurd land

Dat brengt ons bij de vraag: hoe haalbaar is het om een minister voor/van Digitale Zaken aan te stellen? Gaat het wel gebeuren in een decentraal bestuurd land als Nederland? Van Huffelen is er niet gerust op, zo blijkt tussen de regels door uit een interview met BNR Digitaal. ‘’Het is ontzettend belangrijk dat het beleid wordt voortgezet.” Zij heeft het dan met name over haar eigen Werkagenda en over het toezicht op de naleving van de digitale wetten door bedrijven, maar er is nog veel meer werk aan de winkel, zo veel moge duidelijk zijn.