Het wordt nog wel eens vergeten maar professionals in Informatiemanagement, Informatietechnologie en Informatievoorziening hebben een belangrijke rol in het realiseren van politieke wensen. Nu het kabinet het hoofdlijnenakkoord ‘Hoop – Lef – Trots’ deze zomer gaat vertalen naar een regeerprogramma mag een inhoudelijke blik vanuit het informatievak niet ontbreken. Namens de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Informatieprofessionals (KNVI) dragen Wouter Bronsgeest, Kees Verhoeven en Klaas Brongers daar graag aan bij in de vorm van zes suggesties.
Met innovaties proberen we het beste uit de mensheid te halen. Hierbij zijn informatieprofessionals verantwoordelijk voor het maken van ICT, het beheren van ICT-voorzieningen en het helpen inzetten hiervan. Een grote verantwoordelijkheid in een wereld die via digitale processen verbonden is. Het legt ook een grote verantwoordelijkheid op de schouder van deze professionals: technologie is niet goed of fout. Pas bij de toepassing door mensen krijgt technologie richting en helaas kunnen er dan ook ongelukken gebeuren.
Het was even spitten in het hoofdlijnenakkoord, want ICT staat er maar één keer in en aandacht voor informatie en digitalisering ligt er niet dik bovenop. Wie echter een spade dieper gaat, ziet diverse onderwerpen waarvoor vergaande digitalisering noodzakelijk is. Het nieuwe kabinet heeft een goed oog voor de digitale economie, de digitale infrastructuur en digitale burgerrechten. De versterking van de kenniseconomie en innovatiekracht krijgen prioriteit. En dat begint al in het onderwijs waar het belang van lezen, schrijven en rekenen wordt benadrukt. Als eerste suggestie voor het regeerprogramma stellen wij voor ook de nodige aandacht te besteden aan kennis van programmeren en kennis van digitale hulpmiddelen, inclusief het gebruik van sociale media.
In het overheidsdomein wordt gesproken over regie op de digitalisering door de Raad voor de Rechtspraak en aandacht voor informatiedeling tussen de politie en de ggz. Kapstokhaakjes die smaken naar meer, want er zijn meer overheidssectoren waar betere digitalisering en gegevensuitwisseling zou passen. Digitale technologie en data bieden kansen, maar kunnen ook maatschappelijke vragen oproepen. Voorwaarden stellen aan AI-gebruik door de overheid en een wetenschappelijke standaard voor modellen en algoritmes zijn goede ideeën maar onvoldoende om tot een betrouwbare overheid te komen. Als tweede suggestie zouden we graag investeringen zien in het ethisch handelen van de professionals die zich met deze technologieën bezighouden.
Ronduit positief is de aandacht voor de opschaling van digitale zorg in de wijkverpleging, verpleeg- en gehandicaptenzorg. Technologische ondersteuning en een decentraal elektronisch patiëntendossier kunnen voor grote vooruitgang zorgen. Door verbinden van kennis van zorgprofessionals over patiënten kan de zorg efficiënter en beter worden. Deze win-win voor zowel patiënt als zorgverlener vraagt wel gespecialiseerde kennis en op sommige vlakken een systemische ingreep in het gehele zorgstelsel. Benut de digitale mogelijkheden van vandaag, betrek informatieprofessionals in de opschaling van de eerstelijnszorg van de huisartsen en de gespecialiseerde zorg van ziekenhuizen.
In het hoofdlijnenakkoord is veel aandacht voor de landbouw. Informatieprofessionals zie je zelden actief op het boerenland, maar hun werk gaat steeds vaker zij-aan-zij met dat van boeren, tuinders en vissers. Doelgerichte technologie kan de gehele sector hun bedrijfsvoering op orde te brengen. In het akkoord staat al een verwijzing naar een innovatieprogramma voor robotisering in de landbouw. Wij denken groter, en dat is onzevijfde suggestie: Naast robotisering van de processen, zien wij drones om metingen te doen, analyseapparatuur om te bepalen welke mest en andere voedingsstoffen nodig zijn op het land, alsmede het monitoren van waterstanden, waterkwaliteit, temperatuur, luchtkwaliteit en windkracht als mogelijkheden om boeren te ondersteunen.
Tot slot, als zesde suggestie, is naast aandacht ook budget voor cybersecurity essentieel. Dit kabinet kan niet anders dan de nationale cyberveiligheid en digitale slagkracht vergroten. De aanpak van digitale dreigingen door statelijke actoren en cybercriminelen wordt versterkt, dat is wat ons betreft inclusief de invloed van niet-democratische organisaties. De zekerstelling van vitale infrastructuur volgens de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer uit 2022 juichen we toe. Deze hedendaagse politieke topprioriteiten moet echter niet alleen hoog op de agenda, maar ook goed in de begroting staan. Daarnaast zou een digitale onderraad bestaande uit Binnenlandse Zaken, Economische Zaken en Justitie en Veiligheid van grote coördinerende meerwaarde zijn.
Als Informatieprofessionals proberen we los te staan van politieke en religieuze standpunten – en kijken we door de bril van de professional naar de inhoud. Met als grondhouding om bij te dragen aan de samenleving. We dragen graag bij aan een -in onze woorden- Smart Humanity, waarbij technologie ons als mensen helpt om beter te worden en onszelf te overstijgen. We zien graag terug op welke wijze de zes suggesties vanuit de KNVI een plek krijgen in het aanstaande regeerprogramma.
De auteurs schrijven deze bijdrage vanuit hun functie bij de KNVI, de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Informatieprofessionals, het platform voor professionals in Informatiemanagement, Informatietechnologie en Informatievoorziening. Wouter Bronsgeest is duovoorzitter, Kees Verhoeven en Klaas Brongers zijn resp. voorzitter en lid van de Raad van Advies.
-/-